Op een avond in Londen in 1946 arriveert krantenverslaggever Ellen McGillivray in het huis van de legendarische literaire figuur Herbert George Wells. In de verwachting te horen over de gebeurtenissen en mensen die zijn profetische verbeelding hebben gevormd, wordt ze geïnformeerd over een wereld waarin bekende wetenschappelijke grenzen niet langer bestaan. Het begint een halve eeuw eerder in het Imperial College of Science in Londen, waar Wells Jane Robbins ontmoet, een wetenschapper die even gefascineerd is door onnatuurlijke fenomenen, en een vrouw die onmiddellijk het hart van Wells verovert. Door middernachtelijke experimenten en geheime onderzoeken naar het paranormale, door de dwaasheden van het toeval en de wonderen van het lot, glijden Wells en Robbins af in draaikolken van de tijd, zowel in het verleden als in het heden.